Ik stond binnen en ik keek naar buiten, allemaal woedende mensen voor de ruiten.
Ik staarde opnieuw uit het raam, zag de laatste witte duif voorbij gaan en zij fluisterde mijn naam.
Mijn toetsten begonnen spontaan een muzieknummer te spelen, Give Peace A Chance en een nummer om te delen.
Ik probeerde met mijn toetsen het lawaai buiten te overstemmen, muziek kan mensen immers temmen.
Steeds luider gingen mijn toetsen tekeer, mijn pianohart deed zo’n zeer.
En toen de muziek steeds harder klonk was er op de deur ineens gebonk.
De eerste mensen kwamen binnen en begonnen te schreeuwen en te gillen en deden mijn klanken verstillen.
Ik werd opgepakt en op mijn rug gesmeten, muziek moet dood en jij ook lieten zij mij weten.
In de laatste minuut voor mijn dood zag ik een engel staan en zij liet mij weten dat ik altijd het juiste had gedaan.
Jij bent een slachtoffer van woede en haat, juist jij die altijd met jouw muziek verbinding bracht voor alle mensen van de straat.
Wees niet bang en alles komt goed, met de nodige inspanningen en moed.
Jij hebt jouw best gedaan en rust zacht en weet dat jij vrede hebt gebracht.
Jouw muziek zal na jouw dood doorklinken, lief piano lijk. Rust, vrede en respect voor elkaar komen ooit terug op aarde, óók in de Schilderswijk.
R.I.P. zwarte piano.