Ik was van het weekend weer even bij mijn vriendin. Een smal gezichtje met een hoofd vol met kort stekeltjeshaar. De laatste haren die weer aan het verdwijnen zijn en dan rest nog de pruik of de muts. Ik had maar weer een kraslot voor haar meegenomen, wie weet kan ze dan de dure medicijnen betalen om er nog iets beter van te gaan worden en krassen is afleiding… We waren aan het filosoferen over het leven en dat als je dood bent gewoon de markt op het plein weer wordt opgebouwd. Een mensenleven is weg en het leven gaat door. Mensen in jouw directe omgeving missen je en hebben verdriet en de rest gaat door. Je bent zo’n klein radartje op deze wereld en dat besef je misschien pas als je zelf de dood tegemoet gaat of de dood al in de ogen hebt gekeken. Niemand is onmisbaar en als een iemand wegvalt dan neemt de volgende het stokje over. Als je er diep over nadenkt is het eigenlijk absurd en als de laatste herinneringen weg zijn van mensen die jou hebben gekend dan is een tijdsperk afgesloten. Mensen die in reïncarnatie geloven hebben dan nog zo iets dat de persoon er nog wel is maar weer in een andere persoon. Reïncarnatie weten we eigenlijk nog te weinig van. We hadden het ook nog even over dat je als je er toestemming voor geeft, je een proefpersoon kunt zijn voor het uittesten van nieuwe medicatie tegen kanker. Rechtstreeks van de muis op jou getest. Waarop ik mijn verhaal over de muis bij onze Voedselbank even vertelde om haar te laten lachen. Waar kies je voor, acht dagen in het ziekenhuis als testpersoon of acht dagen thuis omringd door de liefde van gezin, familie en vrienden? Kies je ervoor om andere mensen in de toekomst te helpen of kies je voor een laatste geluk thuis? Het zijn van die vragen waar je nooit uitkomt en je kunt alleen respecteren waar iemand zelf toe besluit. Ik ben ik en jij bent jij en wij zijn vriendinnen. Ik kwam toevallig later op de dag nog iemand tegen die aan de commerciële kant staat van de ontwikkeling van de medicijnen. Ik werd mij er weer bewust van dat er heel veel geld nodig is om medicijnen aan alle mensen te kunnen verstrekken. Een medicijn van vier euro kan iedereen krijgen, een medicijn van duizenden euro’s een select groepje mensen. Ik heb er de grootse moeite mee om ziek zijn in samenhang te zien met geld. Met geld kun je mensenlevens redden, ik weet het niet. Dan kom je weer op de vraag uit hoelang je dan wilt dat een mens leeft. Is het niet erg egoïstisch soms dat wij willen dat iedereen maar voortleeft? Zijn mensen niet beter af in een simpele wereld met liefde, aandacht, vrede en genieten? Zonder geld ga je het in deze wereld niet redden en dat doet mij verdriet. Misschien omdat ik weer een reïncarnatie ben vanuit een andere tijd, wie zal het zeggen. Alles gaat door, hoe gek soms ook in mijn ogen. En zo stapt dit kleine radartje vandaag de wereld weer in, gewoon doorgaan met liefde en aandacht geven aan mensen die op mij pad komen, ook een keuze. En genieten van alles, misschien wel de beste keuze…