Plasterk saboteert onderzoek
Burgemeester onthult woordbreuk minister
Burgemeester van der Laan heeft op 27 november j.l. in de Amsterdamse gemeenteraad verklaard dat minister Plasterk hem ervan weerhouden heeft het onderzoek inzake de misdragingen van de geheime dienst in mijn leven te verbreden.
Plasterk heeft, onder druk van de AIVD, een veel te smalle onderzoeksopdracht gegeven aan de CTIVD (Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten). Hij wil uitsluitend de rol van de BVD laten onderzoeken. Ik had daar bezwaar tegen gemaakt, omdat ook de geheime Amsterdamse politie (met name de Groep IJzerman) mijn werk tot in mijn huis toe heeft bespioneerd.
Plasterk had mij, in het gesprek dat ik met hem had in mei, over de streep gehaald door mij de verzekering te geven dat wanneer ik andere autoriteiten bereid zou vinden het onderzoek te willen verbreden, hij daartegen geen bezwaar zou hebben.
Van der Laan
Ik heb daarop in juni een uitgebreid gesprek gehad met Eberhard van der Laan, die zich meelevend en bereidwillig heeft getoond en contact heeft opgenomen met minister en partijgenoot Ronald Plasterk.
En wat heeft van der Laan nu geantwoord op vragen van de raadsleden van Lammeren van de (Partij voor de Dieren), Goede (Groen Links) en Ivens (SP) ?
“De heer Plasterk wilde liever niet dat ik me tot de CTIVD zou wenden met het verzoek ook de Groep IJzerman bij het onderzoek te betrekken. Hij wil het onderzoek zich laten beperken tot nationale instellingen. Hij had daarover ook met de CTIVD gepraat, die hem ook in die geest had geadviseerd.“
Plasterk breekt dus zijn woord. Ik heb niet alleen nog het gespreksverslag waarin hij mij zijn belofte gedaan heeft. Maar ook is er het verslag van de commissie van de Tweede Kamer , in juni, waarin Plasterk aan het Kamerlid Dijkhoff zijn belofte aan mij nog eens herhaald heeft.
Het is duidelijk dat Plasterk het onderzoek zo minimaal mogelijk wil houden. Hij werkt eraan mee om de waarheid omtrent het decennialange gewroet van de geheime dienst, in al zijn verschillende vertakkingen, weg te moffelen.
Plasterk saboteert nu het onderzoek, dat in deze decembermaand afgerond gaat worden.
Ik heb de minister daarom onderstaande, woedende brief geschreven. Ik vraag hem niet alleen een verklaring voor het breken van zijn woord. Maar ook om de CTIVD alsnog te verzoek de opdracht uit te breiden naar de geheime Amsterdamse politie, gezien de getoonde belangstelling van de bevoegde burgemeester van Amsterdam. Op deze manier kan ik geen vertrouwen meer hebben in de opzet van het onderzoek.
Het is duidelijk dat de minister onder te zware druk van de AIVD staat. Dit geval onderstreept een van de conclusies van de Commissie-Dessens dat er gebrek aan toezicht is op het werk van de geheime dienst. Deze praktijk benadrukt dat nu absoluut niet wordt voldaan aan de voorwaarde die de Commissie-Dessens stelt. Namelijk dat de geheime dienst in een vertrouwenwekkend systeem van sturing, toezicht en transparantie” ingebed moet zijn. “Bovendien moet er intensiever toezicht worden gehouden door de CTIVD”, aldus de commissie. “Als geheimhouding niet langer noodzakelijk is voor de nationale veiligheid, moeten individuele burgers kennis kunnen nemen van gegevens die over hen zijn verwerkt. Ook moeten de media hun rol als publieke waakhond kunnen uitoefenen en moet historisch onderzoek mogelijk gemaakt worden.Plasterk heeft in dit onderzoek nu juist een stap in de tegenovergestelde richting gedaan.” Het CTIVD-onderzoek wordt nu juist nog vager dan toegezegd.
Roel van Duijn
Ex-politicus en auteur “Diepvriesfiguur“, autobiografie gebaseerd op 30 jaar rapporten van de geheime dienst.
Brief van Roel aan minister Plasterk
Amsterdam, 1 december 2013
Geachte minister Plasterk,
Ik ben geschrokken door de onstandvastigheid van uw woord.
In mei van dit jaar heeft u mij een verzekering gegeven die, naar nu blijkt, niets inhoudt.
Wij hebben toen op uw ministerie een uitgebreid gesprek gehad over de vorm van het nodige onderzoek naar het gewroet van de geheime dienst in mijn leven.
U bood mij aan de CTIVD op te dragen te onderzoeken of er door de BVD of in opdracht van de BVD bijzondere middelen waren ingezet. Ik protesteerde daartegen. Waarom alleen belangstelling voor “bijzondere middelen“? En waarom alleen door de BVD en niet ook door de Amsterdamse geheime politie en met name de Groep IJzerman? U weet dat dit laatste onderdeel van de geheime dienst jarenlang buitengewoon actief is geweest rond mij en de organisaties die ik heb opgericht. En dat de betrokkene bekend heeft ook in mijn huis te hebben geneusd, onder het mom van “vrienden“ te zijn. Van hun handen heb ik tientallen geheime rapporten uit het archief van de AIVD in handen gekregen.
U bleef in ons gesprek in uw ministerie bij uw te beperkte aanbod en drong aan op aanvaarding ervan. “Het is niet mijn bevoegdheid om organisaties waarvoor ik geen verantwoordelijkheid draag te laten onderzoeken”, argumenteerde u. Ik heb toen gevraagd of het goed zou zijn als ik de bestuurders die wel verantwoordelijkheid dragen voor de geheime Amsterdamse politie en de Groep IJzerman zou verzoeken ermee in te stemmen dat hun rol in het onderzoek zou worden betrokken.
“Daar heb ik geen bezwaar tegen”, antwoordde u. Ik kon wat dit betreft met uw goedkeuring aan het werk gaan.
Ik twijfelde nog en vroeg: “Denkt u zich mijn positie eens in. Wat zou u in mijn plaats doen? Zou u dit aanbod van u aannemen of niet?“
U heeft toen, volgens het verslag, letterlijk geantwoord: “Meneer van Duijn, als ik u was zou ik mijn knopen tellen. Ik zou het aanbod, dat ik u gedaan heb, aannemen en rondkijken met wie ik verder nog zaken kan doen. Door andere bestuurders te vragen het onderzoek uit te breiden.“
Dat u deze deur opende heeft voor mij de doorslag gegeven om toe te laten dat u een onderzoek in gang zette dat nog veel te smal was om recht te doen aan het brede gebied van spionage en inmenging in mijn leven waaraan meerdere takken van het web van de geheime dienst zich schuldig hebben gemaakt. Ik heb dat toegelaten omdat u mij de mogelijkheid bood via andere bestuurders het onderzoek te verbreden.
En ik voelde mij gesteund in mijn besluit door e-mails van Kamerleden, die mijn twijfels begrepen, zoals die van Klaas Dijkhoff, van de VVD. Hij mailde mij een paar dagen nadat u de opdracht aan de CTIVD had verstrekt dat hij in de Kamercommissie aan U gevraagd had of niet ook de rol van de Amsterdamse politie en de Groep IJzerman bij het onderzoek moest worden betrokken en dat u daarop geantwoord had “dat er geen enkel bezwaar tegen was als ik via andere bestuurders het onderzoek zou verbreden“.
Vertrouwend op uw woord heb ik vervolgens contact opgenomen met burgemeester Eberhard van der Laan. U zult het met me eens zijn dat hij de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor de Amsterdamse politie. Ik heb hem gevraagd de CTIVD te verzoeken in het onderzoek ook de rol van de Groep IJzerman mee te nemen. Hij toonde zich zeer meelevend, las in zijn vakantie mijn boek “Diepvriesfiguur“ alsmede andere literatuur over de Groep IJzerman en heeft vervolgens u gebeld.
En wat heb ik de burgemeester nu, op 27 november 2013 vanaf de perenhouten tribune, in antwoord op vragen van raadsleden, over zijn telefoongesprek met u horen verklaren?
“De heer Plasterk wilde liever niet dat ik me tot de CTIVD zou wenden met het verzoek ook de Groep IJzerman bij het onderzoek te betrekken. Hij wil het onderzoek zich laten beperken tot nationale instellingen. Hij had daarover ook met de CTIVD gepraat, die hem ook in die geest had geadviseerd. “
Kunt u zich mijn ontgoocheling, ja woede voorstellen?
Hoe moet ik uw gebroken belofte interpreteren in het licht van uw recente stellingname in het parlement dat de politiek een eerzaam beroep moet worden?.
Is dit vergeetachtigheid omdat u het niet zo belangrijk vindt? Of juist een neiging van politici om de blunders en de privacyschending door geheime diensten weg te moffelen? En dus onderzoek daarnaar te minimaliseren en in partjes te hakken?
Meneer Plasterk, als ik na uw gesprek met Eberhard van der Laan de knopen op uw jas tel zijn er te weinig over. Uw jas hangt open.
Vertrouwen in het resultaat van uw mini-onderzoek kan ik nu niet meer hebben.. Maar de strijd om een rechtvaardig onderzoek zal ik met des te meer overtuiging blijven voeren.
Ik vraag u daarom met klem zich opnieuw te wenden tot de CTIVD met de boodschap dat u, gezien de getoonde belangstelling van de politiek verantwoordelijk bestuurder van de Amsterdamse politie, aan de opdracht wilt toevoegen ook de Groep IJzerman bij het onderzoek te betrekken.
In afwachting van uw antwoord,
met vriendelijke groet van
Roel van Duijn
cc.: E. van der Laan, K. Dijkhoff en collega’s, vragenstellers Amsterdamse gemeenteraad, CTIVD