Ex-politicus en auteur “Diepvriesfiguur“, autobiografie gebaseerd op 30 jaar rapporten van de geheime dienst.
Geachte minister Plasterk,
Ik ben geschrokken door de onstandvastigheid van uw woord.
In mei van dit jaar heeft u mij een verzekering gegeven die, naar nu blijkt, niets inhoudt.
Wij hebben toen op uw ministerie een uitgebreid gesprek gehad over de vorm van het nodige onderzoek naar het gewroet van de geheime dienst in mijn leven.
U bood mij aan de CTIVD op te dragen te onderzoeken of er door de BVD of in opdracht van de BVD bijzondere middelen waren ingezet. Ik protesteerde daartegen. Waarom alleen belangstelling voor “bijzondere middelen“? En waarom alleen door de BVD en niet ook door de Amsterdamse geheime politie en met name de Groep IJzerman? U weet dat dit laatste onderdeel van de geheime dienst jarenlang buitengewoon actief is geweest rond mij en de organisaties die ik heb opgericht. En dat de betrokkene bekend heeft ook in mijn huis te hebben geneusd, onder het mom van “vrienden“ te zijn. Van hun handen heb ik tientallen geheime rapporten uit het archief van de AIVD in handen gekregen.
U bleef in ons gesprek in uw ministerie bij uw te beperkte aanbod en drong aan op aanvaarding ervan. “Het is niet mijn bevoegdheid om organisaties waarvoor ik geen verantwoordelijkheid draag te laten onderzoeken”, argumenteerde u. Ik heb toen gevraagd of het goed zou zijn als ik de bestuurders die wel verantwoordelijkheid dragen voor de geheime Amsterdamse politie en de Groep IJzerman zou verzoeken ermee in te stemmen dat hun rol in het onderzoek zou worden betrokken.
“Daar heb ik geen bezwaar tegen”, antwoordde u. Ik kon wat dit betreft met uw goedkeuring aan het werk gaan.
Ik twijfelde nog en vroeg: “Denkt u zich mijn positie eens in. Wat zou u in mijn plaats doen? Zou u dit aanbod van u aannemen of niet?“
U heeft toen, volgens het verslag, letterlijk geantwoord: “Meneer van Duijn, als ik u was zou ik mijn knopen tellen. Ik zou het aanbod, dat ik u gedaan heb, aannemen en rondkijken met wie ik verder nog zaken kan doen. Door andere bestuurders te vragen het onderzoek uit te breiden.“
Dat u deze deur opende heeft voor mij de doorslag gegeven om toe te laten dat u een onderzoek in gang zette dat nog veel te smal was om recht te doen aan het brede gebied van spionage en inmenging in mijn leven waaraan meerdere takken van het web van de geheime dienst zich schuldig hebben gemaakt. Ik heb dat toegelaten omdat u mij de mogelijkheid bood via andere bestuurders het onderzoek te verbreden.
En ik voelde mij gesteund in mijn besluit door e-mails van Kamerleden, die mijn twijfels begrepen, zoals die van Klaas Dijkhoff, van de VVD. Hij mailde mij een paar dagen nadat u de opdracht aan de CTIVD had verstrekt dat hij in de Kamercommissie aan U gevraagd had of niet ook de rol van de Amsterdamse politie en de Groep IJzerman bij het onderzoek moest worden betrokken en dat u daarop geantwoord had “dat er geen enkel bezwaar tegen was als ik via andere bestuurders het onderzoek zou verbreden“.
Vertrouwend op uw woord heb ik vervolgens contact opgenomen met burgemeester Eberhard van der Laan. U zult het met me eens zijn dat hij de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor de Amsterdamse politie. Ik heb hem gevraagd de CTIVD te verzoeken in het onderzoek ook de rol van de Groep IJzerman mee te nemen. Hij toonde zich zeer meelevend, las in zijn vakantie mijn boek “Diepvriesfiguur“ alsmede andere literatuur over de Groep IJzerman en heeft vervolgens u gebeld.
En wat heb ik de burgemeester nu, op 27 november 2013 vanaf de perenhouten tribune, in antwoord op vragen van raadsleden, over zijn telefoongesprek met u horen verklaren?
“De heer Plasterk wilde liever niet dat ik me tot de CTIVD zou wenden met het verzoek ook de Groep IJzerman bij het onderzoek te betrekken. Hij wil het onderzoek zich laten beperken tot nationale instellingen. Hij had daarover ook met de CTIVD gepraat, die hem ook in die geest had geadviseerd. “
Kunt u zich mijn ontgoocheling, ja woede voorstellen?
Hoe moet ik uw gebroken belofte interpreteren in het licht van uw recente stellingname in het parlement dat de politiek een eerzaam beroep moet worden?.
Is dit vergeetachtigheid omdat u het niet zo belangrijk vindt? Of juist een neiging van politici om de blunders en de privacyschending door geheime diensten weg te moffelen? En dus onderzoek daarnaar te minimaliseren en in partjes te hakken?
Meneer Plasterk, als ik na uw gesprek met Eberhard van der Laan de knopen op uw jas tel zijn er te weinig over. Uw jas hangt open.
Vertrouwen in het resultaat van uw mini-onderzoek kan ik nu niet meer hebben.. Maar de strijd om een rechtvaardig onderzoek zal ik met des te meer overtuiging blijven voeren.
Ik vraag u daarom met klem zich opnieuw te wenden tot de CTIVD met de boodschap dat u, gezien de getoonde belangstelling van de politiek verantwoordelijk bestuurder van de Amsterdamse politie, aan de opdracht wilt toevoegen ook de Groep IJzerman bij het onderzoek te betrekken.
In afwachting van uw antwoord,
met vriendelijke groet van
Roel van Duijn
cc.: E. van der Laan, K. Dijkhoff en collega’s, vragenstellers Amsterdamse gemeenteraad, CTIVD